Thursday, August 16, 2007

Weekendje Beijing

Samen met de (schoon-) familie zijn we een lang weekend naar Beijing geweest. Een foto-verslag van het plein van de Hemelse Vrede, het zomerpaleis, de verboden stad en DE muur. Netjes alle highlights afgevinkt, met ook nog eens prachtig weer. Superweekendje!








Typhoon! IJsvrij!

Vrijdagmiddag was het zover. IJsvrij in de tropen; eindelijk! Hier noemen ze het typhoon signal 8, maar de uitkomst is precies hetzelfde. Een middagje vrij op kosten van de baas!

Om 14 uur vrijdagmiddag werd eindelijk het signaal verhoogd van 3 naar 8. Het startschot voor het weekend, waar alle 7 miljoen inwonenden graag direct gehoor aan gaven. Gevolg: totale chaos! Koninginnedag op Station Amsterdam Centraal.

Overvolle trams, waar je zonder fatsoenlijk elleboogwerk niet eens meer in de buurt komt van de ingang. Om maar niet te spreken over hoe je er vervolgens weer uitkomt… Alle taxi-meters gaan per direct uit, en als je door het raampje niet minimaal het tienvoudige bedrag van de normale prijs naar de chauffeur schreeuwt, blijft de deur van de taxi resoluut op slot.
Roltrappen worden gesloten uit angst dat mensenmassa’s elkaar erin vertrappen en de ingangen van de metro’s zijn tijdelijk afgezet omdat mensen elkaar blijkbaar op de rails aan het duwen zijn…

Tussen al die ellebogen, probeer ook ik naar huis te lopen. Of eigenlijk te schuifelen. De locale bevolking weet zich feilloos met haar paraplu’s door de mensenmassa’s heen te manoeuvreren. Heel knap zoals ze elkaar weten te ontwijken zonder er ogenschijnlijk moeite voor te hoeven doen. Ik loop mezelf continue vast en ben een hele hoop au’s en sorry’s verder voor mijn paraplu en ik de overkant van de straat hebben gehaald. Ik verdenk de locale bevolking dan ook van geheime codes en afspraken.

Een half uur later heb ik een kleine 200 meter afgelegd. Ik besef me dat thuiskomen een vrij kansloze zaak is. Dus sla ik linksaf, richting Lan Kwai Fong; het uitgaanscentrum van Hong Kong. Een kleine 10 minuten later sta ik mee te zingen met ‘Summer of 69’ samen met 2000 andere gestrande expats. Het walhalla voor iedere horecaondernemer. De tent waarin we ons bevinden, met de zeer toepasselijke naam ‘Stormies’ speelt heel slim in op de omstandigheden en laat de gratis shooters rijkelijk vloeien. Dat er 6 uur later nog steeds geen storm is langs geweest schijnt niemand meer echt iets te interesseren…

Wednesday, June 27, 2007

De verste sushi ter wereld

Er is toch een alternatief voor een kraker tussen Liverpool en Milan. Afgelopen dagen was ik in Tokyo. Ik vind Japan een bizar land en het cultuur verschil lijkt veel groter dan in Hong Kong. Het buigen is iets fascinerends. Niet eens zozeer het buigen op zich, dat ken je al van films, maar de vasthoudendheid waarmee het gebeurd. Ik zag een bus van het vliegveld wegrijden, waar wel twee bagage mannetjes vier buigingen maken tot dat de bus de hoek om is. Vergelijk dat met de behulpzaamheid van een Amsterdamse taxi chauffeur.

Ik heb op een bankje in de lobby gezeten en drie mannen zien bedanken na een etentje. Twee schat ik mid 50 en de “junior” net 50. Terwijl de een de ander een keer of 40 bedankt is “junior” een dikke vijf minuten aan het semi buigen (met je oren tot borsthoogte). Als je langs het tolpoortje rijdt op weg naar de stad komen ook vanuit de tolhokjes de halve buiginkjes je tegemoet. Al die nukkige Fransen op de Route de Soleil zouden hier verplicht op buig-stage moeten.

Martijn zit tegenover mij op kantoor en is getrouwd met een Japanse. Buigen? Als je het serieus aanpakt is het een gelukstreffer als het goed is, maar de kans levensgroot dat je het verkeerd doet en iemand beledigt. Daarom is het beste een halfslachtig knikje, zodat iedereen denkt “ah, die sukkel heeft geen idee” en het daarbij laat. Hij die weet dat hij niets weet, weet het meest...

Buiten je hotel en het kantoor spreekt niemand Engels. Als je in een sushi bar binnenkomt schreeuwt de eerste kok die je ziet een Japans hallo en vervolgens schreeuwen de andere koks dit na. Dit is vast vriendelijk bedoelt, maar als je alleen ’s avond laat nog even wat wilt eten en alle koks, met grote sushi messen, beginnen naar je te schreeuwen... hop weer drie stappen naar achter.

Het nadeel van op reis voor de bank is dat je met name hotels, kantoren en restaurants ziet. Daarom ben ik vanochtend om vier uur naar de visveiling gegaan. ’s Ochtends om drie uur komen de boten binnen van de over de hele wereld. Rondom Japan is de zee schijnbaar allang leeg, maar dat begrijp je als je de markt hebt gezien. Voetbal velden met bevroren hoofdloze tonijnen tot ongeveer 2 meter. De tonijnen zitten vol met ijs en daarom hangt er tot 70 cm boven de grond een spookachtige nevel. Hierdoor heen lopen de inkopers en met grote haken en zaklampen de kleine stukjes van de bevroren staart afhakken en achter in hun holle kies stoppen.

Hierna begint het veiling ritueel. Vanzelfsprekend geen touw aan vast te knopen, maar buigen is da bomb, of je de deal krijgt of niet. Dan bel je je broer met de loopkar, de haak achter in je bevroren trots, op de kar en dan gaat de tonijn op de kar zo de nog donkere straten van Tokyo in. De tonijn wordt schaars, ja ja hoe zou dat toch komen..., en het record van afgelopen maand is USD 35.000 ‘t stuk. Dan zou ik ook wat bevroren stukjes in mijn holle kies stoppen voordat ik zeker van mijn zaak zou zijn.

Na de veiling, tegen zessen, lopen alle tonijnen al door Tokyo en is het tijd voor ontbijt. Tony tonijn ligt inmiddels bij mr Watanabi onder zijn mes en dit is de allerverste sushi die je kunt eten. Als ik naar huis bel is Liverpool Milan nog bezig. Ik vind het een fascinerende gedachte dat de nieuwe dag hier al volledig is begonnen, behalve voor Tony dan. Een redelijk alternatief denk ik zelf, maar het sushi ontbijt voelt een beetje als haring met uitjes ’s ochtends op weg naar kantoor...

Tuesday, May 01, 2007

Zeilwedstrijd I

Als trotse bezitters van een heuse Hobie Tiger, hebben wij afgelopen weekend onze allereerste wedstrijden gevaren. Onze 4e keer op het water. Onze 1e keer met daadwerkelijk wind…
Joppe aan het roer met het grootzeil als kapitein eindverantwoordelijk (helm) en Marike als crew, navigator, hangend in de trapeze, de spinaker ter hand. Deze week verslag van de crew. Volgende week een update van de helm.

Zaterdagochtend. De wekker gaat… Te vroeg. Wel al urenlang wakker. Toch een beetje last van wedstrijd-zenuwen. Snel wind checken, windkracht 5. Meer zenuwen.
Onderweg in de bus nog wat coördinaten invoeren in de GPS. Taak van de crew. Gelukkig hebben we de GPS al 3 dagen en weet ik precies hoe het allemaal werkt????
Joppe kijkt uiterst tevreden naar buiten. Een beetje wind doet een huwelijk erg goed. Nou maar hopen dat ons huwelijk het einde van dit weekend haalt. Als ik de andere zeilers moet geloven kan zo’n boot je huwelijk maken, of, vaker eigenlijk, breken.
Op de briefing wordt ons verteld dat het buiten de baai echt hard waait en het inmiddels windkracht 6 is. Hoge golven ook. Iedereen om me heen wordt steeds vrolijker en enthousiaster. Ik moet vooral heel nodig plassen voor de 4e keer in 30 minuten.
Ik ben niet bang aangelegd. Maar onze vorige paar keer was het maximaal windkracht 3 en toen ging het al best heel hard. In mijn hoofd doe ik dit maal 2 en krijg diverse angstvisoenen over haaien en schipbreuk.
Joppe loopt fluitend terug naar de boot en verzekert me dat er echt niets kan gebeuren. Vervolgens gaat hij ook voor de 3e keer in 20 minuten gaat plassen…

De start, de toeter is gegaan. Nog 5 minuten voor we over de startlijn mogen. Ik zie dat er op de boot wat lijntjes door elkaar lopen. Super tevreden dat ik iets zelf heb ontdekt wat niet helemaal goed is ga ik aan de slag om dit op te lossen. Bijna klaar en dan, het startschot. Iedereen is al over de streep. Wij zijn nog niet in de buurt.
5 minuten achterstand maar vol goede moed.
Zodra we de baai uitzoefen komen de golven op ons af. Ik hang in de trapeze en wordt bij iedere golf van alle kanten weggespoeld. Joppe doet een uiterst knap staaltje stuurwerk en wij presteren het om niet om te slaan, terwijl wij de wereldkampioen naast ons zien zwemmen. Gagaha, uiterst tevreden trotseren we de golven.
Om het eerste eiland heen blijken de golven echter nog hoger te zijn en de wind nog harder. Joppe en ik zien in dat het puur overleven is op het moment. Even komt de gedachte bij me op om te gaan huilen nu. Maar de constante golven die over me heen slaan en mijn armen en benen die trillen van de inspanning kunnen dit er op het moment even niet bijhebben. Niet zeuren en doorbuffelen dan maar.
Dan eindelijk, de finish…. De overige deelnemers, die allen al lang zijn aangekomen, juichen dat wij het hebben gehaald. Ze waren best een beetje bezorgd geweest. De rest van de league bestaat uit onder andere dus de wereldkampioen, de Aziatische kampioenen en die-hards die al minstens 10 jaar catamaran zeilen. En uit ons, onze 4e keer….
Dan mijn lekkerste biertje ooit!!

Dag 2:
Wederom een vroege ochtend. Maar vol goede moed. We hebben gisteren overleefd en vandaag gaat het minder hard waaien. Het kan dus alleen maar beter worden!
We besluiten in ieder geval een hele goede start te maken. Aftellen, nog 3 seconden, 2, 1 en we zijn vertrokken. Als eerste over de start!! Wow, dus zo voelt het om in de kopgroep te varen! Het is vandaag ‘slechts’ windkracht 4-5 en de boot zingt over de golven. Een aarzelend zonnetje. Ik voel me een soort Pacman terwijl we ons door de GPS geleid om de eilanden heen suizen. De finish… En we zijn niet de laatste boot!!
Onze vreugde is van korte duur. We zijn te vroeg gestart. 2 seconden. Gediskwalificeerd.
Onze perfect start moet nog komen. 1 keer te laat en 1 keer te vroeg maakt samen perfect toch? Het biedt in ieder geval hoop voor volgend weekend.
Gelukkig kunnen we er beiden hartelijk om lachen. Tsja. Volgend weekend nieuwe kansen! En ons huwelijk? Rock-solid!

Wednesday, March 14, 2007

The ring

The ring, Part I

Zoemmrrrr. Lunchpauze. Rondom de bank ontploft de stad altijd met de lunch. Een beetje Hong Kong Chinees heeft het richtingsgevoel van een mug en slentert voort over de stoep als een kwal door de zee. Op elk moment is er evenveel kans om naar links, rechts, voor of achter te gaan. Als je haast hebt is het alsof je door de flipperkast heen voortbeweegt. Net als kwallen raken zij elkaar nooit, terwijl ik non stop mijn excuses maak. Soms moet ik nog even op de golflengte komen. Als ik na de lunch mijn beklag doe kijkt iedereen mij aan... Langzaam?? Die mainland Chinese, die zijn pas echt langzaam. Ja, ja.

Maar vandaag ben ik op een missie. Gevoel was er al toen we weggingen van de zomer, maar sinds het begin van het jaar ben ik er lang over uit. Ik weet niet of het versnelt komt als je het z’n tweeen 10,000 kilometer verder een nieuw leven begint, of dat het nu toch wel was gekomen, maar het is er. Een missie naar een ring dus.

Ik ben nu in de 10e juweliers zaak geweest en ik ben duidelijk nog niet geslaagd voor mijn inburgeringscursus. Bling Bling is de Chinees zijn ding. Hoe groter de diamant hoe groter de liefde hier. Ik ben nog niet een ring tegengekomen die bescheiden is met een klein diamantje. Het voelt alsof je bij de slager vraagt om een groenteburger. Bij zaak nummer elf vind ik eindelijk wat ik zoek.

Verschillende maten... hoeveel gasten zijn er die in alle opwinding vergeten dat ringen in maten komen? Ik zet mijzelf in ieder geval stilletjes in het rijtje. Als je er over nadenkt is het eigenlijk niet zo gek dat je ring niet verstelbaar is, maar toch. We gaan over twee dagen weg, dus de tijd begint wel een beetje te dringen.

Vanochtend vroeg heb ik de twee ringen van Marike gepakt. Ze draagt ze elke dag dus vanochtend trek ik ze over aan de eettafel. Probeer het maar, niet makkelijk. Ik heb inmiddels acht redelijk gelukte cirkels. Ik leg de ringen weer terug. Marike draagt ze elke dag, mijn kracht zit in het verassings effect en ga tevreden op stap met de A4. Tip, als je dit leest terloops een grap tegen je chick maken over hoe dom het is dat ik niet over ring maten had nagedacht, en dan even snel vragen wat zij dan heeft. Je weet nooit wanneer het van pas komt.

De mevrouw van de ringen kijkt alsof ze nog nooit iemand heeft gehad met acht best redelijk gelukte cirkels op een A4 (al zeg ik het zelf). Na heel lang wikken en schuiven met de ringen over het A4tje zijn we terug naar drie stuks. 6 en een kwart tot 6 drie kwart. Even later stap ik met de gulden middenweg in mijn achter zak weer weg. Beter om te twijfelen over je ring dan over de eigenlijke vraag.

The Ring, Part II

Ik slinger de luiken open terwijl ik luister naar het geluid van de was die schoon wordt geslagen aan de overkant van het meer. We zijn in Udaipur, een stadje aan de rand van een meer in Rajasthan, de provincie van woestijnen en kastelen ten westen van Delhi. We zitten in een heel klein hotelletje wat uitkijkt op alle mooie hotels in de oude paleizen van de Maharadja.

Udaipur is onder andere bekend van de James Bond ‘Octopussy’ die zich afspeelt in het Lake Palace hotel, een wit marmeren hotel midden in het meer. Tegen Marike heb ik gezegd dat ik een morgen een verrassingsdag organiseer. Ik heb gelezen over een vlot wat voor het hotel ligt, waar je kunt eten en uitkijkt op zowel hotel als het stadje op de heuvel inclusief een waanzinnig oud paleis van de Maharadja. Na eindeloos bellen met de hoofdober, die het maar vreemd vindt dat iemand uit dat goedkoopje hotelletje dat chique vlot wil boeken, ben ik eindelijk rond als ik vertel wat de bedoeling is... Ik heb een reservering voor een diner a deux op het vlot en er brandt een ring (The Ring, Part I) in mijn achterzak.

Ik slinger de luiken open en zie dat het regent. Het heeft hier in geen tien jaar geregend in Februari en uitgerekend vandaag regent het. Klimaatsverandering beinvloedt nu naast de alternatieve elfstedentocht ook de dag dat ik eindelijk die brandende ring uit mijn achterzak ga halen.

Ik zit in de auto-riksja me te verwonderen waarom het vandaag regent als het plotseling stopt. Het voelt alsof Ganesh zich er zelf mee bemoeit. Letterlijk breekt de hemel open en plotseling ziet de dag er uit zoals die er moet zien hierl We lunchen boven op een hotel in de zon en een klein briesje.

Een klein briesje wordt sterker en sterkt aan tot een gezonde wind. De gezonde wind wakkert aan tot stormachtig en onze auto riksja komt bijna de berg niet meer op. Manu onze gids doet zijn beklag dat het hier in 10 jaar niet zo gewaaid heeft en hoeveel benzine er nu wel extra in de riksja moet. Ik hoor hem allang niet meer maar zie in gedachten alweer de golven over het vlot slaan.

Netjes aangekleed en in een mooi bootje, alsof we Octopussy en James zelf zijn, varen we naar het hotel. De meisjes bij receptie, de boot mannetjes, iedereen drentelt hartstikke zenuwachting om ons heen en als we eindelijk bij de hoofdober zijn komt het hoge woord eruit. Hij heeft nu drie keer geprobeerd om de tafel op te zetten die elke keer het meer in waait en nu echt de hoop op gegeven. Ik leg me bij de overmacht neer en vraag naar het meest romantische, Octopussy waardige, hoekje van het hotel.

Na wat schuiven komen we terecht in een rond torentje helemaal achter in bar. Met z’n tweeen kijken we uit over het meer en de paleizen. In een opwelling besluit ik nog meer risico te nemen en haal Marike over om champagne te drinken. Terwijl dat wordt ingeschonken ga ik nog even snel naar de WC.

Wat een onwerkelijk moment is dit. Ik sta op de WC de ring uit een kleine plastic zakje achterin mijn portemonnee te vissen. Het zakje was om eventueel nog een kunnen ruilen als de maat echt nergens op leek. Naast mij staat een van de stamgasten van het hotel, die heel verdacht naar mij en mijn plastic zakje kijkt. Die vertelt vanavond aan zijn vrouw dat het Lake Palace Hotel ook niet meer is wat het was.

Als ik bij Marike terug ben zeg ik dat we nog heel even moeten wachten met proosten. Wat ik dan zeg is heel kort zoals ik had bedacht, maar nog steeds presteer ik het om de volgorde volledig om te draaien terwijl ik het honderd keer ervoor in gedachten heb gedaan. Gelukkig is de strekking nog hetzelfde.

Marike moet wel een beetje huilen en roept als eerste dat ze het niet zag aankomen... ja ja, maar dat was niet de vraag... Het is een ongelofelijk mooi moment samen.

We zitten nog een tijd daar en eten daarna vlakbij de tuin van het hotel. We blijven als laatste zitten en dromen een beetje hoe leuk het ons lijkt om te trouwen. Als slotstuk barst er een enorme onweersbui los en voelt het alsof we de enige op wereld zijn.

De hoofdober glundert de hele avond al van oor tot oor en op het eind komt de aap uit de mouw. Hij is zo teleurgesteld dat de ring niet op zijn vlot te voorschijn kon worden getrokken, dat hij een mooie, witte, Indiase glazuren-taart heeft gebakken met “congratulations”. Te midden een rij grijzende Indiase obers eten wij ons stukje glazuur taart.

Die avond ga ik volledig gelukkig terug naar het hotel met in mijn ene hand mijn verloofde en in mijn andere hand een taart doos met een halve glazuur taart. Wat wil je nog meer?

Wednesday, January 17, 2007

Zwerven in Hong Kong

Elk dorp heeft een landloper. Elke stad heeft een zwerver. Elke wereldstad heeft zijn eigen slag zwervers. In Mexico city hebben ze enorme snorren, in Amsterdam hebben ze allemaal een fiets, in Havana rookten ze allemaal Cohiba’s en in Parijs liggen ze en masse in de Metro stations. Hong Kong is anders.

Om te beginnen, ik zie er weinig. In Amsterdam schat ik dat je elke dag 500 nieuwe gezichten op straat zag en daarvan waren er 1-2 dakloos Dus ongeveer 0.25%. Er wonen 900.000 mensen in Amsterdam, dus ongeveer 2300 daklozen. Een snel rondje op de google machine leert dat volgens de gemeente Amsterdam 2630 daklozen zijn. Ongeveer 0.3% dus.

In Hong Kong heb ik er tot nu toe ongeveer 20 gezien. Dat is niet veel want het zouden er in totaal (0.3% x 7m) = 21.000 moeten zijn. Betekent dat dat er structureel minder zijn? Een oorzaak kan zijn dat de overheid een afschrikkingsbeleid heeft, wat een wat Stalinistische klank heeft en bovendien waar blijven ze dan? Een andere oorzaak kan zijn dat het sociale vangnet veel sterker is. Ik denk en hoop dat dat laatste wat meer het geval is, want de kloof tussen arm en rijk is wel heel groot hier. De Hong Kong Chinees kan verschrikkelijk op geld uit zijn, maar is ook weer erg familie gericht. Volgens de HK government website zijn er maar 1320 (geregistreerde) daklozen. Zo laag doet ook wel weer Stalinistisch aan.

Ten tweede hangen ze niet slim rond. Aan de overkant van Hong Kong Island, Kowloon, zijn er iets meer, maar hier in Central zijn er te weinig. Central is het bankdistrict en hier lopen de kapitalistische krijtstrepen rond die voor een schappelijk bedrag hun schuldgevoel zouden moeten af willen kopen. Ik heb er denk ik maar 4 gezien hier in Central. Weer vraag ik me een beetje af of er niet iemand een afschrikkingsbeleid voert...

Wij hebben tot nu toe aan bijna elke zwerver wat gegeven. Al was het alleen maar om dit te kunnen zeggen. Tussen de bank en het park waar ik elke ochtend loop ligt Joe. Een keer per week geef ik Joe wat. Ik roep dan “Joe Sam”, wat goedemorgen en dank je wel tegelijkertijd is. Joe roept “Joe Sam” terug, er gaan 2 Honkies in zijn bakje en de transactie is afgerond. Als ik niets geef kijkt Joe strak naar de grond.

Joe ziet er niet uit alsof hij op straat slaapt en is standaard voor de koffietijd, 10 uur, weer vertrokken. Toen ik laatst langs liep “Joe Sam” riep keek hij op met keurig geknipte haren. Hoeveel zwervers ken je in Amsterdam die eens in de 2 maanden keurig naar de kapper gaan? Hong Kong is anders.

Het mooiste verhaal gaat over de zwerver in Happy Valley. Ik heb het niet zelf gezien, maar volgens de overlevering is er daar welgeteld een zwerver. Bovendien de enige zwerver ter wereld met een Ipod... Happy Valley, it’s all in the name.